Naar inhoud springen

vermorsen

Uit WikiWoordenboek
  • ver·mor·sen
  • Afleiding van het Nederlandse werkwoord morsen met het voorvoegsel ver- [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vermorsen
vermorste
vermorst
zwak -t volledig

vermorsen [2]

  1. overgankelijk door morsen verloren laten gaan
60 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[3]