In Denemarken zijn er ongeveer 406 eilanden, exclusief de autonome gebieden Groenland en de Faeröer.[1] Een zeventigtal van deze eilanden zijn bewoond.
Om aan de term eiland te voldoen, heeft de Deense overheid de voorwaarde opgesteld dat het omringd moet worden door minstens een halve meter water en eigen vegetatie moet bevatten.[2] Het water dient ook vrij stromend en natuurlijk te zijn en mag dus niet van kunstmatige aard zijn. Plaatsen als bijvoorbeeld Christianshavn worden daarom beschouwd als kunstmatig eiland en zijn niet opgenomen in deze lijst.
Door sedimentatie is het aantal eilanden onderhevig aan wijzigingen.