Naar inhoud springen

Germaanse goden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verspreiding van het Oudnoords rond 900. Rood: Oudwestnoordse dialecten; Oranje: Oudoostnoordse dialecten; Blauw: Oudgotisch; Groen en geel: West-Germaanse talen.

Germaanse en Noordse goden zijn goden uit de godenwereld uit het noorden van Europa. Het pantheon van de Germaanse en Noordse goden is over een ruime tijdspanne ontstaan en er hebben indertijd talloze invloeden meegespeeld, waaronder niet het minst de volksverhuizingen. Er was niet zoiets als 'dé Germanen'. Dit is een verzamelnaam voor min of meer losse stammen of etnieën die gebieden in het midden en het noorden van Europa bevolkten. De stammen konden zich in de eerste eeuwen na onze jaartelling onderling verstaanbaar maken, omdat zij dialecten spraken van dezelfde taal: het Oergermaans.

Rond het jaar 1000 was ook het noorden gekerstend, maar de overlevering van oude godheden overleefden middels de literatuur, zij het vaak vervormd, vermomd en vermengd. Er is met name literatuur overgeleverd over de goden waarin in Scandinavië in de Vikingtijd werd geloofd. Over Germaanse goden uit andere gebieden en periodes is veel minder bekend.

Overzicht Noordse goden

[bewerken | brontekst bewerken]

Onderstaande tabel is een overzicht dat werd opgemaakt vanuit de Edda. De godheden staan ongeveer in de volgorde vermeld waarin zij ook daar in voorkomen in de Gylfaginning, een woordenstrijd tussen drie gedaanten van Odin, namelijk 'Hoog', 'Evenhoog' en 'Derde' en een zekere Gangleri waarvoor de Zweedse koning Gylfi zich uitgeeft nadat hij in het geheim in Asgaard is doorgedrongen. (De volgorde lijkt overeen te komen met belangrijkheid en/of verwantschap.) Er is eerst sprake van 12 Asen en 14 Asinnen (atmosferische godheden). Daarnaast worden echter nog een aantal afstammelingen, verwanten en gezellen vermeld, die blijkbaar mettertijd mee op de Asenlijst mochten. Elders wordt ook melding gemaakt van een tweede categorie goden, de Wanen (aardgoden). Na een strijd tussen deze twee soorten had een verzoening plaats met uitwisseling van soortgenoten om dat te bezegelen.

Noordse Naam Germaanse Naam Functie Echtgenote(n) Verblijf Vervoer Attributen Opmerkingen
Odin Wodan Oudste Ase, oppergod; kennis, wijsheid, strijd Frig Gladsheimr waar zijn zetel Hlidskjalf staat Sleipnir Ring Draupnir, medekelk, speer, raven: Huginn en Muninn Zoon van Bur en Bestla
Frig Frigga Asin Odin Fensalir Wagen getrokken door katten met leidsels van bloeiend vlas Sleutelbos, blauwe mantel, rode jurk, veer Moedergodin, wordt ook Saga genoemd
Thor Donar Ase; sterkste ase, slaat rijpreuzen en bergreuzen schedel in met zijn hamer Mjölnir Sif Bilskirnir in Thrudvangar met 5x100+40 vertrekken Tandgniostr en Tandgrisnir (bokken) Mjölnir, Krachtgordel, IJzeren handschoenen Zoon van Odin en Jörd; verdedigt Asgaard en Midgaard
Baldr Balder De beste en mooiste en wijste welsprekendste en genadigste Nanna Breidablik in Asgaard Paard Hringhorni en erft Draupnir ‘Zijn raad wordt nooit gevolgd’; god van het wenen
Njörd Njord Wane; regelt waaien van de wind, zee en vuur, rijk en vermogend Skaði Nóatún in Asgaard Uit Vanaheimr, geruild met Hœnir; god van voorspoed
Skaði Skadi Wane; boogschieten en skiën, schoonheid Njǫrð Thrymheimr Boog Andere namen: Öndurgud, Öndurdis
Freyr Fro/ Frea Wane; machtig mooi; regen en zon, vruchten en vrede Gerd Alfheim Skíðblaðnir (opplooibaar schip) en everwagen Zoon van Njord en Skadi, God van jaargroei en voorspoed
Freyja Frîia Wane; mooi machtig (‘frova’), voortreffelijkste; liefdesgedichten Ód Folkvangr en Sessrumnir in Asgaard Wagen met twee katten Halssnoer Brísingamen Helft van de strijders is voor haar; weent rood goud om verdwaalde Ód, heeft veel namen door het reizen om hem te zoeken
Hnoss Al het mooie heet zo Dochter van Freyja en Od
Týr Ziu / Tîw Ase. Stoutmoedigste, wijst zege toe, wijs Eenhandig 'Geen vredestichter'
Bragi Ase; wijsheid, poëzie, retoriek en woordspel Iðun Lange baard Schepper van de dichtkunst
Iðunn Bewaart in kist appelen voor verjonging van de goden Bragi
Heimdall Heimdal Witte Ase, groot en heilig, had negen zustermoeders, brugbewaker tegen de reuzen Himinbjörg in Asgaard bij Bifröst Paard Gulltoppr Gouden tanden; minder slaap dan een vogel nodig, ziet overdag en 's nachts 100 mijl ver; hoort gras en wol groeien; Gjallarhoorn schalt in alle werelden Vijand van Loki
Hodr Hödur Ase. Blind en sterk Doder van Baldr
Vidar Ase. Zwijgzame ase bijna zo sterk als Thor Vidi Schoen met dikke zool of IJzeren schoen Doodt Fenrir
Váli Ase; moedig en goed schutter Valaskjálf Zoon van Odin en Rind; vijand van Höd, die hij doodt
Ull Uller Ase; boogschutter skiloper, mooi, strijder Ydalir Zoon van Odin en Sif, stiefzoon van Thor
Hœnir Vlugge ase of langpoot
Forseti Ase; verzoener, rechtspreker Glitnir in Asgaard Zoon van Baldr en Nanna
Loki of Loptr Loki Mooi en knap, boosaardig en grillig; sluwheid Sigyn Overal Zoon van reus Farbauti en reuzin Laufey
Loki of Loptr Loki Boosaardig, sluw, grillig reuzin Angrboða Overal Nageslacht: Fenrir; Jörmungandr (Midgaardslang) en Hel
Sága Asin Odin Sökkvabekkr Andere naam van Frig
Eir Asin Heelmeesteres
Gefion Gifioen Asin, ongehuwd; rukte Seeland (Selund) uit Zweden weg Haar dienen alle vrouwen die ongehuwd sterven
Fulla Asin; deelt Frigs geheimen Zorgt voor Frigs kousen en schoeisel Los haar met gouden band; draagt kistje van Frig
Sjöfn Asin. Richt gedachten van mannen en vrouwen op de liefde Een minnaar heet sjafni
Lofn Asin. Mild en goed, bemiddelend bij Alvader bij verboden omgang tussen seksen ‘verlof’ en ‘loven’
Vár Asin. Zij luistert naar eden en afspraken waarborgen’, trouw
Vör Asin. Wijs en nieuwsgierig, niets is haar verborgen ‘gewaar’ worden
Syn Asin. Deurbewaakster in de hal Betwisting op het thing Syn voor de deur zetten’ = iets betwisten
Hlín Asin. Waakt over mensen die men tegen gevaar in bescherming neemt hleina’ = zichzelf beschermen, Hoedster = andere naam van Frig
Snotra Asin. Verstandig bescheiden snotr’ = bescheiden man of vrouw
Gná Asin. Boodschapster van Frig Paard Hófvarpnir, berijdt wolken en water gnaefar’ = hoog oprijzen
Sól Sunna Wane; zonnegodin Strijdwagen getrokken door de twee paarden, Arvakr en Alsvidr
Ran Zeegodin Aegir (zee)
Jörd Ertha Asin van de aarde Moeder van Thor, oorspronkelijk een Vane
Rind Asin Moeder Vali

Overzicht continentaal Germaanse goden

[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder volgt een overzicht dat het overzicht hierboven aanvult. Alleen worden hieronder de goden benoemd die specifiek (ook) bekend zijn van de continentale Germanen. Deze godheden worden genoemd bij, onder anderen, de Romeinse geschiedschrijvers Tacitus, Plinius en de Angelsaks Beda. Van veel goden is geen uitgebreide literatuur bekend.

Germaanse Naam Noordse Naam Functie Attributen Opmerkingen Literatuur
Wodan, Woutan, Weda Odin Oppergod, scheppergod Wolven, raven, achtbenig paard, speer Wilde Jacht Oudsaksisch doopgelofte, Merseburger toverspreuken, Beda, Edda
Donar, Thunaer, Tonger Thor Dondergod Hamer Maakt met hamer bliksem en donder Oudsaksisch doopgelofte, Edda
(H)irmin, (H)ermen Jörmunr Voorouder der Herminones De Saksen vereerden hem in hun Irminsul Naam betekent groots, weids, drager Vita Karoli Magni
Ing(uz), Ingwaz Yngvi Voorouder van de Ingvaeones, god van erfelijkheid; vernoeming, licht Een Germaanse naam voor Freyr Tacitus
Istvae Voorouder der Istvaeones Tacitus
Mannus Vader voorouder-goden Hirmin, Ing en Istwa Naam betekent 'mens(heid)' Tacitus
Tuïsto Oergod der Germanen, vader van Mannus Uit de aarde ontstaan Tacitus
Nerthus Aardgodin, moedergodin, vruchtbaarheidsgodin Getrokken met paard en wagen Later bekend als Friia en/of Ertha Tacitus
Ostara, Ēostre Vruchtbaarheidsgodin van de lente en de wedergeboorte Ei, haas Naam verwant aan oosten, daar de zon opkomt Beda, Angelsaksische kalender
Saxnôt, Seaxneat Stamgod der Saksen; recht, oorlog, verbond Verwant aan Tîw Oudsaksisch doopgelofte
Holda Huldra Onderwereld- en bosgodin; mooi; lang haar; staart van koe; gedaante wisselen, magie Wilde Jacht Folklore uit Scandinavië en Westfalen; verwant aan Huld Folklore uit Scandinavië en Westfalen; Edda
Tanfana Godin van Istvaeonen, stam der Marsi archeologie
Hretha Naam betekent de beruchte, de zegevierende Angelsaksische kalender
Balder, Baldaeg Baldr Beda, Edda; Merseburger toverspreuken
Frigga, Frija Frig Moeder der goden Beda, Edda
Fro, Frea Freyr Mannelijk fallussymbool Rijdend op een everzwijn Edda; volkslegenden
Freyja Vrouwelijke seksualiteit Verwant aan Ostara, mooiste der god(inn)en Merseburger toverspreuken
Ziu, Tîw, Thingsus Týr Rechtvaardigheid, orde God van het Thing archeologie
Heimdal, Heime Heimdall Brugbewaker tegen de Hunen (reuzen) Gjallarhoorn Ziet overdag en 's nachts 100 mijl ver, hoort gras en wol groeien Merseburger toverspreuken; Edda
Sunna, Sigel Sól Zonnegodin Paard en wagen rijdend rond Midgaard; achternagezeten door Helhond Merseburger toverspreuken
Hertha , Ertha Jörd Aardgodin Verwant aan Gaia Beda
Nehalennia beschermgodin voor zeelui en handelaars Hond, vruchten, lang gewaad, schelpdak van de altaarnis, bloemslingers West-Germaanse godin uit 2e en 3e eeuw na Chr. archeologie

Stamboom van Odin

[bewerken | brontekst bewerken]
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ymir
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Þrúðgelmir
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Bergelmir
 
Auðumbla
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Búri
 
Bölthorn
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Fornjótr
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Borr
 
Bestla
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Aegir
 
Ran
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Vili
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Fjorgyn
 
 
 
 
 
 
 
 
Gridr
 
Rindr
 
Gunnlod
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Frigg
 
Odin
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
9 zusters
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Baldr
 
Nanna
 
Hodr
 
Hermod
 
Sif
 
 
 
 
 
Thor
 
 
 
Jarnsaxa
 
 
Vidar
 
Vali
 
Bragi
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Foseti
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Ullr
 
Þrúðr
 
Magni
 
Modi
 
Heimdall

Stamboom van Loki

[bewerken | brontekst bewerken]
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Farbauti
 
Laufey
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Angrboða
 
Loki
 
Sigyn
 
Byleist
 
Helblindi
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Jörmungandr
 
Fenrir
 
Hel
 
Narfi
 
Vali
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hati
 
Sköll
 
 
 
Nótt

Stamboom van Njord

[bewerken | brontekst bewerken]
 
 
 
 
Olvaldi
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Thjazi
 
Iði
 
Gangr
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Skaði
 
Njord
 
?
 
Gymir
 
Aurboða
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Óðr
 
Freya
 
Freyr
 
Gerdr
 
Beli
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hnoss
 
Gersimi
 
 
 
Fjölnir
  • Snorri Sturluson (1225): Over de noordse goden – Verhalen uit Edda en Heimskringla, Nederlandse vertaling 1983 door P. Vermeyden, Meulenhoff, ISBN 9029019018